producten

INVOERING

Het SPEEDTRONIC™ Mark V gasturbinebesturingssysteem is het nieuwste derivaat in de zeer succesvolle SPEEDTRONIC™-serie. Voorgaande systemen waren gebaseerd op geautomatiseerde turbinecontrole-, beschermings- en sequencing-technieken die teruggaan tot het einde van de jaren veertig, en zijn gegroeid en ontwikkeld met de beschikbare technologie. De implementatie van elektronische turbinecontrole, bescherming en sequencing vond zijn oorsprong in het Mark I-systeem in 1968. Het Mark V-systeem is een digitale implementatie van de turbine-automatiseringstechnieken die zijn geleerd en verfijnd in meer dan 40 jaar succesvolle ervaring, waarvan meer dan 80% is toegepast. door het gebruik van elektronische besturingstechnologie.

Het SPEEDTRONIC™ Mark V gasturbinebesturingssysteem maakt gebruik van de nieuwste technologie, waaronder drievoudig redundante 16-bits microprocessorcontrollers, twee-op-drie stemredundantie voor kritische besturings- en beveiligingsparameters en door software geïmplementeerde fouten Tolerantie (SIFT). Kritische besturings- en beveiligingssensoren zijn drievoudig redundant en goedgekeurd door alle drie de besturingsprocessors. Systeemuitgangssignalen worden gestemd op contactniveau voor kritische elektromagneten, op logisch niveau voor de overige contactuitgangen en op drie spoelservokleppen voor analoge stuursignalen, waardoor zowel de beveiligings- als de bedrijfsbetrouwbaarheid wordt gemaximaliseerd. Een onafhankelijke beveiligingsmodule biedt drievoudig redundante, bekabelde detectie en uitschakeling bij te hoog toerental, samen met het detecteren van vlammen. Deze module synchroniseert ook de turbinegenerator met het energiesysteem. De synchronisatie wordt ondersteund door een controlefunctie in de drie besturingsprocessors.

Het Mark V-besturingssysteem is ontworpen om aan alle eisen voor gasturbineregeling te voldoen. Deze omvatten controle van vloeistof, gas of beide brandstoffen in overeenstemming met de vereisten van de snelheid, belastingcontrole onder deellastomstandigheden, temperatuurcontrole onder maximale capaciteitsomstandigheden of tijdens opstartomstandigheden. Bovendien worden de inlaatleischoepen en de water- of stoominjectie gecontroleerd om aan de emissie- en bedrijfsvereisten te voldoen. Als de emissiecontrole gebruikmaakt van Dry Low NOx-technieken, worden de brandstoffasering en de verbrandingsmodus geregeld door het Mark V-systeem, dat ook het proces bewaakt. De volgorde van de hulpfuncties om volledig geautomatiseerd opstarten, afsluiten en afkoelen mogelijk te maken, wordt ook afgehandeld door het Mark V-besturingssysteem. Turbinebescherming tegen ongunstige bedrijfssituaties en aankondiging van abnormale omstandigheden zijn opgenomen in het basissysteem.

De operatorinterface bestaat uit een grafische kleurenmonitor en een toetsenbord om feedback te geven over de huidige bedrijfsomstandigheden. Invoeropdrachten van de operator worden ingevoerd met behulp van een cursorpositioneringsapparaat. Er wordt gebruik gemaakt van een arm/exe-cute-reeks om onbedoelde werking van de turbine te voorkomen. De communicatie tussen de operatorinterface en de turbinebesturing verloopt via de Common Data Processor, of , naar de drie opgeroepen controleprocessors , En . De operatorinterface verwerkt ook com-
communicatiefuncties met externe en externe apparaten. Een optionele opstelling, waarbij gebruik wordt gemaakt van een redundante operatorinterface, is beschikbaar voor die toepassingen waarbij de integriteit van de externe datalink als essentieel wordt beschouwd voor de voortgezette fabrieksactiviteiten. SIFT-technologie beschermt tegen modulestoringen en de verspreiding van gegevensfouten. Een op een paneel gemonteerd back-up operatordisplay, direct verbonden met de besturingsprocessors, maakt voortdurende werking van de gasturbine mogelijk in het onwaarschijnlijke geval van een storing van de primaire operatorinterface of de module.

De ingebouwde diagnostiek voor het oplossen van problemen is uitgebreid en omvat 'power-up', achtergrond- en handmatig gestarte diagnostische routines die zowel fouten in het bedieningspaneel als sensor kunnen identificeren. Deze fouten worden geïdentificeerd tot op bordniveau voor het paneel en tot op circuitniveau voor de sensor- of actuatorcomponenten. De mogelijkheid voor online vervanging van printplaten is ingebouwd in het paneelontwerp en is dat ook
beschikbaar voor die turbinesensoren waarbij fysieke toegang en systeemisolatie haalbaar zijn.