producten

Het Ovation-systeem maakt gebruik van drie specifieke ruisonderdrukkingsmaatregelen voor digitale signaalcentraleverbindingen: • Laagdoorlaatfiltering • Aanzienlijke signaalniveaus (48 VDC of 115 VAC) • Isolatie of optische koppeling Laagdoorlaatfiltering en het gebruik van technieken voor grote signaalniveaus zorgen respectievelijk voor frequentie- en energieniveauonderscheiding. Isolatie van de digitale signaalontvanger ten opzichte van de aarde is belangrijk om ruis te onderdrukken die ervoor zorgt dat beide draden in een signaalpaar van spanning naar aarde veranderen. Een voorbeeld van dit type isolatie is een signaalbron (zender) die geaard is op een punt ver van de ontvanger, waar de aarde van de zender en de ontvanger niet dezelfde spanning hebben. In dit geval verschijnt het aardpotentiaalverschil als een spanning op beide draden van het corresponderende signaalpaar. Een ander voorbeeld waarbij isolatie nodig kan zijn om ruis door aardpotentiaalverschil te onderdrukken, is in circuits waar koppeling bestaat tussen signaaldraden, waardoor een potentiaal in beide draden wordt geïnduceerd. Geïnduceerde potentialen kunnen optreden wanneer signaaldraden aanwezig zijn in omgevingen met veranderende elektromagnetische of elektrostatische velden. Isolatie kan in dit geval nodig zijn. Een optische isolator (ook wel opto-isolator genoemd) kan worden gebruikt om digitale signalen de ontvanger in te brengen. De ontvanger reageert niet op ruis, tenzij er ruisstroom door de signaalleiding loopt. Laagfrequente stroom, die kan vloeien als gevolg van gelijke ruisspanning-aardpotentialen op beide draden van het signaalpaar, wordt geëlimineerd als de signaaldraden niet op meer dan één punt geaard zijn. Dit wordt de common-mode spanning genoemd.