producten

Processorbasiseenheid

Een processorbasiseenheid kan maximaal drie processormodules bevatten:

Externe ethernet-, seriële data- en stroomaansluitingen De externe aansluitingen van de processorbasiseenheid zijn:

Aardingsaansluiting • Ethernet-poorten (E1-1 tot E3-2) • Seriële poorten (S1-1 tot S3-2) • Redundante +24 Vdc-voeding (PWR-1 en PWR-2) • Beveiligingssleutel programmeren (KEY) • De FLT-connector (momenteel niet gebruikt).

De stroomaansluitingen voorzien alle drie de modules van redundante voeding, elke processormodule heeft elk twee seriële poorten en twee Ethernet-poortconnectoren. De KEY-connector ondersteunt alle drie de processormodules en helpt toegang tot de applicatie te voorkomen, tenzij de Program Enable-sleutel is geplaatst.

Seriële communicatiepoorten De seriële poorten (S1-1 en S1-2; S2-1 en S2-2; S3-1 en S3-2) ondersteunen de volgende signaalmodi, afhankelijk van het gebruik: • RS485fd: een vierdraads full-duplexverbinding die over verschillende bussen beschikt voor zenden en ontvangen. Deze selectie moet ook worden gebruikt wanneer de controller fungeert als MODBUS-master met behulp van de optionele vierdraadsdefinitie gespecificeerd in sectie 3.3.3 van de MODBUS-over-seriële standaard. • RS485fdmux: een vierdraads full-duplexverbinding met driestatusuitgangen op de zendverbindingen. Dit moet worden gebruikt als de controller fungeert als MODBUS-slave op een vierdraadsbus. • RS485hdmux: een tweedraads halfduplexverbinding geschikt voor master-slave- of slave-gebruik. Dit wordt weergegeven in de MODBUS-over-seriële standaard.

Back-upbatterij van processor De T9110-processormodule heeft een back-upbatterij die de interne Real Time Clock (RTC) en een deel van het vluchtige geheugen (RAM) van stroom voorziet. De batterij levert alleen stroom als de processormodule niet langer wordt gevoed door de systeemvoedingen. De specifieke functies die de batterij behoudt bij volledig stroomverlies zijn: • Real Time Clock - De batterij levert stroom aan de RTC-chip zelf. • Bewaarde variabelen - Gegevens voor bewaarde variabelen worden aan het einde van elke applicatiescan opgeslagen in een gedeelte van het RAM-geheugen, ondersteund door de batterij. Bij herstel van de stroomvoorziening worden de bewaarde gegevens teruggeladen in de variabelen die zijn toegewezen als bewaarde variabelen voor gebruik door de applicatie. • Diagnostische logs - De diagnostische logs van de processor worden opgeslagen in het RAM-gedeelte dat wordt ondersteund door de batterij. De batterij heeft een ontwerplevensduur van 10 jaar wanneer de processormodule continu van stroom wordt voorzien; voor processormodules zonder voeding is de ontwerplevensduur maximaal 6 maanden. De ontwerplevensduur van de batterij is gebaseerd op een werking bij een constante temperatuur van 25°C en een lage luchtvochtigheid. Hoge luchtvochtigheid, temperatuur en frequente stroomcycli verkorten de levensduur van de batterij.