producten

De voeding van de voedingsmodule wordt geleverd door een specifieke voeding uit serie A. Voedingen zijn verkrijgbaar in een redundante en niet-redundante configuratie. De voedingsmodule wordt aan de linkerkant van elk chassis aangesloten en gebruikt geen chassisslotpositie. De voeding levert gelijkstroom voor de modules die in het chassis zijn geplaatst. Veldvoeding wordt geleverd door afzonderlijke (externe) voedingen. Chassistypen uit serie A: Chassis verschillen in het aantal moduleposities of slots dat de gegeven behuizingen kunnen bevatten. Chassis zijn er in vijf versies (4, 7, 10, 13 en 17 slots). Sommige modules zijn dubbelbreed en gebruiken twee chassisposities. Modelnummerconventies (TC en TK): Alle modelnummers worden voorafgegaan door een TC- of een TK-. De TC-aanduiding geeft aan dat de module niet is voorzien van een conforme coating, terwijl de TK-aanduiding aangeeft dat de module is voorzien van een conforme coating. Verder zijn de modules identiek. Ondersteunde besturingsprocessors: Alle CIOM-A I/O-modules zijn bruikbaar met de C200E-besturingsprocessor. Experion LS I/O-specificaties en technische gegevens, EP03-110-400, V2, januari 2012 3 C200E en het I/O ControlNet Afbeelding 3-1 laat zien hoe CIOM-A-modules via het I/O ControlNet communiceren met de C200E-besturingsprocessor. ControlNet is een open communicatieprotocol, ontwikkeld door Rockwell, en is gebaseerd op RG-6-coax met een transmissiesnelheid van 5 megabit. Coaxsegmenten kunnen worden uitgebreid met repeaters en glasvezelmodules. Hoewel de media redundant kunnen zijn, hebben de interfacemodules één set elektronica voor zowel de A- als de B-kabels. Het C200E- of downlinkchassis: Dit is het chassis waarin de C200E is geplaatst. Het wordt ook wel het "downlink"-chassis genoemd, omdat het de CNI-modules (ControlNet Interface) bevat die de C200E verbinden met de verschillende externe I/O-modules. De gebruiker kan maximaal vier "downlink"-CNI's plaatsen om vier afzonderlijke I/O-netwerkrouteringen te creëren. Dit biedt de flexibiliteit om één tot vier verschillende I/O-netwerktakken te creëren. Redundante C200E: Wanneer de C200E in een redundante configuratie wordt geïmplementeerd, zijn er twee chassis met een identieke set modules geïnstalleerd op dezelfde fysieke posities. Gemengde I/O-families: Zoals de afbeelding laat zien, kunnen CIOM-A I/O-modules worden geïmplementeerd op hetzelfde I/O-besturingsnetwerk als het RIOM-A-moduletype. RIOM-A-modules zijn via ControlNet Gateway-modules verbonden met het I/O CNet en de CIOM-A-modules via de CNI-module. Downlink- en uplink-CNI's: Er zijn slechts twee versies van de CNI (single media en dual media). De termen uplink en downlink worden toegewezen op basis van de locatie van de CNI in de topologie.