producten

9.3 Overzicht PROFIBUS DP PROFIBUS DP is een master/slave-netwerk met token-passing dat gebruikmaakt van een request/response-protocol. Basisgegevensuitwisseling zorgt ervoor dat de master periodiek een uitvoerbericht naar elke slave stuurt, die op zijn beurt reageert met een invoerbericht. PROFIBUS DP wordt doorgaans gebruikt als een I/O-netwerk. In vergelijking met een traditionele I/O-netwerkarchitectuur, die speciale bedrading vereist tussen elke I/O-module en het controllerapparaat, biedt PROFIBUS het voordeel van één netwerk/bus waarop alle I/O-randapparaten zich bevinden. Glasvezel Omdat de fysieke interface naar Experion momenteel een elektrische verbinding gebruikt, wordt het gebruik van glasvezelmedia in dit document niet besproken. Naar verwachting kunnen echter diverse commercieel verkrijgbare producten worden gebruikt met het Experion-systeem, waardoor het gebruik van zowel elektrische als glasvezelmedia in een PROFIBUS DP-netwerk mogelijk is. Busbedrading (elektrisch) PROFIBUS DP maakt gebruik van een "daisy-chain"-bustopologie, met één PROFIBUS-kabel die van de master naar de eerste slave en door elke slave in het netwerk loopt. "Aftakkingen" kunnen worden ondersteund door het gebruik van segmenten, geïsoleerd door repeaters, die hieronder kort worden beschreven. De elektrische bedrading die voor PROFIBUS wordt gebruikt, is een afgeschermd twisted-pair (2 geleiders plus de afscherming). Speciale kabel die geschikt is voor PROFIBUS-toepassingen is commercieel verkrijgbaar. De gebruikte connectoren zijn doorgaans een 9-pins Sub-D-connector, waarbij pinnen 3 en 8 worden gebruikt voor de positieve/negatieve datasignalen. Raadpleeg de bedradingsschema's van de gebruikte apparatuur voor meer informatie. De apparaten aan de uiteinden van elk segment vereisen een actieve afsluiting, waarvan de schakeling doorgaans per apparaat wordt gespecificeerd. Als alternatief zijn PROFIBUS-connectoren met een geïntegreerd afsluitcircuit commercieel verkrijgbaar. Raadpleeg de technische documentatie van het apparaat voor meer informatie over bedrading en afsluiting. Apparaatprofielen Vanwege het gebrek aan definitie op de presentatielaag heeft de PROFIBUS Trade Organization (PTO) een reeks apparaatprofielen gedefinieerd die een zekere mate van standaardisatie bieden voor bepaalde complexe apparaten. Deze profielen maken formeel geen deel uit van de PROFIBUS-protocoldefinitie en worden daarom niet beschouwd als onderdeel van het hierboven afgebeelde PROFIBUS-communicatiemodel. Voor bepaalde apparaten bieden deze apparaatprofielen echter een zekere mate van standaardisatie op de gegevensbeheerlaag. Merk op dat leveranciers van apparaten niet verplicht zijn deze profielen te gebruiken. De beschikbare profielen omvatten het volgende:  Profiel voor communicatie tussen controllers  Profiel voor procesbesturingsapparaten  Profiel voor NC/RC-controllers (robotica)  Profiel voor frequentieregelaars  Profiel voor encoders  Profiel voor HMI-systemen  Profiel voor veiligheid