producten

Interconnectie met andere netwerken. In veel gevallen omvat een HC900-controllertoepassing één enkele, vrijstaande controller die geen verbindingen via het Ethernet Open Connectivity-netwerk vereist. In andere gevallen is de HC900-controller lid van een Local Area Network (LAN), zoals aangegeven in Afbeelding 19. Het LAN van de HC900-controller kan zeer eenvoudig zijn, of het kan vele apparaten omvatten in een complexe en zeer geavanceerde structuur. In ieder geval moet het altijd worden beschouwd als één modulaire entiteit die kan worden beschermd tegen indringing door elk ander netwerkapparaat waarmee dit LAN is verbonden. Er zijn verschillende typen netwerkapparaten beschikbaar die selectieve verbinding met andere netwerken mogelijk maken. Hiervoor wordt vaak een "router" gebruikt. Routers kunnen berichtpakketten onderzoeken en "filteren", waardoor gewenste berichten worden doorgelaten en alle andere worden geweigerd. De router dankt zijn naam aan de functie die vertaling van IP-adressen mogelijk maakt, waardoor netwerken met verschillende netwerk-IP-adressen kunnen communiceren alsof ze lid zijn van hetzelfde netwerk. Deze functie is met name handig wanneer een HC900 Controller LAN is geïnstalleerd onder "lokale adresseringsregels". Dit betekent dat IP-adressering kan worden toegewezen zonder goedkeuring van of conflict met de wereldwijde internetbeheersorganen. Elke HC900 Controller beschikt over een standaard IP-adres: 192.168.1.254. Later, bij verbinding met netwerken met strengere adresseringsvereisten, hoeft u alleen de router te configureren met adrestoewijzing en deze aan te sluiten tussen het bestaande LAN en het andere bestaande netwerk. Verbindingen met andere netwerken variëren in doel en methode; enkele hiervan worden hieronder beschreven. E-mailcommunicatie: De HC900 Controller bevat e-mailsoftware die communicatie van alarmen en gebeurtenissen naar maximaal drie internetadressen mogelijk maakt. Het implementeren van deze functie bestaat uit:  Het configureren van het volgende met behulp van de Designer-software:  Alarmgroepen en gebeurtenisgroepen  Toewijzing van specifieke alarmen aan prioriteit en e-mail inschakelen  Lijsten met e-mailadressen  IP-adres van SMTP-mailserver  De standaardgateway moet worden geconfigureerd om e-mail te kunnen verzenden. Bij redundante controllers moeten twee standaardgateways worden geconfigureerd; één voor elk van de redundante netwerken (ervan uitgaande dat beide worden gebruikt). Dit is doorgaans het IP-adres aan de LAN-zijde van de routers die worden gebruikt om de controller met het externe netwerk te verbinden.  Hardware installeren en configureren Opmerking: Deze gegevens dienen ter referentie. De volgende items moeten worden geïmplementeerd door gekwalificeerd IT-/MIS-personeel.  Een router installeren en configureren om isolatie en beveiliging te bieden. (Afbeelding 21) (Dit zou onderdeel moeten zijn van de standaardnetwerkinstallatie.)  Internettoegang installeren en configureren voor de Simple Mail Transport Protocol (SMTP)-server. Dit kan de locatie van een bestaande server op een bestaand netwerk omvatten. Let op: Raadpleeg uw serviceprovider voor de beschikbaarheid van toegang tot het netwerk, de lokale kabel of DSL in uw regio