producten

Moduleconfiguraties veranderen om verschillende redenen, waaronder: • Hardwarecomponenten (zoals processors, harde schijven, cartridge-stations en andere) worden geïntroduceerd die snellere werking, meer opslag of meer functionaliteit bieden. • Het basisontwerp van randapparatuur (zoals monitoren, schijven, toetsenborden en andere) kan veranderen, waardoor aanpassingen nodig zijn in de elektrische circuits die deze bedienen. • Een nieuwe softwareversie met meer functionaliteit kan een hogere uitvoeringssnelheid of meer geheugen vereisen. Tabel 2-2 beschrijft de hardwareconfiguraties en randapparatuur die u in deze handleiding kunt tegenkomen. 2.2.1 Opmerkingen over de toepassing van de kaart De kaarttypen die in de tabellen 2-2 tot en met 2-5 worden vermeld, zijn de huidige productiekaarttypen. Tabel 2-3 beschrijft kort de functies van de nieuwste kaarten en de minimale softwareversies die ze vereisen. Veel kaarten, naast die vermeld in tabel 2-3, werken nog steeds naar behoren met R400. Al deze kaarten, inclusief korte beschrijvingen en onderdeelnummers, staan vermeld in de tabellen 2-4 en 2-5. Tabel 2-4 geeft een overzicht van de functionele boards die aan de voorzijde van de 5/10-slotmodule zijn geïnstalleerd. Tabel 2-5 geeft een overzicht van de I/O- en speciale paddleboards die aan de achterzijde van de module zijn geïnstalleerd. Een I/O-board wordt normaal gesproken direct achter het functionele board geïnstalleerd dat het bedient, zoals weergegeven in de configuratietabellen in subsecties 2.2.2 tot en met 2.2.11. Speciale boards kunnen over het algemeen in elke ongebruikte I/O-sleuf worden geïnstalleerd, maar raadpleeg de betreffende servicehandleiding als u niet weet waar een board naar behoren zal functioneren.