producten

Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG). Het FSC-product voldoet ook aan de laagspanningsrichtlijn, oftewel Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, zoals het officieel heet. Deze richtlijn stelt dat "elektrisch materiaal alleen in de handel mag worden gebracht indien het, vervaardigd volgens de in de Gemeenschap geldende goede technische praktijken op veiligheidsgebied, de veiligheid van personen, huisdieren of goederen niet in gevaar brengt wanneer het op de juiste wijze wordt geïnstalleerd en onderhouden en gebruikt in de toepassingen waarvoor het is vervaardigd" (artikel 2). De laagspanningsrichtlijn definieert een aantal belangrijke veiligheidsdoelstellingen waaraan elektrisch materiaal moet voldoen om als "veilig" te worden beschouwd. In de context van de laagspanningsrichtlijn wordt onder 'elektrisch materiaal' verstaan: elk materiaal dat is ontworpen voor gebruik met een spanning tussen 50 en 1.000 V voor wisselstroom en tussen 75 en 1.500 V voor gelijkstroom. De laagspanningsrichtlijn werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen op 26 maart 1973. Deze werd gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEG van de Raad, die op 1 januari 1995 van kracht werd, met een overgangsperiode van twee jaar. Gedurende de overgangsperiode kan een fabrikant ervoor kiezen om te voldoen aan de bestaande nationale wetgeving (van het land van installatie) of te voldoen aan de laagspanningsrichtlijn (aangetoond door de CE-markering en de conformiteitsverklaring). De overgangsperiode eindigde op 31 december 1996, wat betekende dat vanaf 1 januari 1997 naleving van de laagspanningsrichtlijn verplicht werd (een wettelijke verplichting). Alle elektronische producten mogen nu alleen nog in de Europese Unie op de markt worden gebracht als ze voldoen aan de eisen van de laagspanningsrichtlijn. Dit geldt ook voor FSC-systeemkasten.