producten

ETHERNET LINK INSTELLEN Datacommunicatie tussen de FBM232 en veldapparatuur verloopt via de RJ-45-connector aan de voorzijde van de FBM232-module. De RJ-45-connector van de FBM232 kan via hubs of via Ethernet-switches worden aangesloten op de veldapparatuur (zie "ETHERNET-SWITCHES VOOR GEBRUIK MET FBM232" op pagina 8). Voor het aansluiten van meerdere apparaten op de FBM232 is een hub of switch vereist. CONFIGURATOR De FDSI-configurator stelt de XML-gebaseerde poort- en apparaatconfiguratiebestanden van de FBM232 in. De poortconfigurator maakt een eenvoudige configuratie van de communicatieparameters voor elke poort mogelijk (zoals Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) en IP-adressen). De apparaatconfigurator is niet voor alle apparaten nodig, maar configureert indien nodig apparaatspecifieke en puntspecifieke overwegingen (zoals scansnelheid, adres van de over te dragen gegevens en de hoeveelheid gegevens die in één transactie moet worden overgedragen). WERKINGEN De FBM232 heeft toegang tot maximaal 64 apparaten om gegevens te lezen of te schrijven. Vanaf het Foxboro Evo-bedieningsstation waarmee de FBM232 is verbonden, kunnen maximaal 2000 Distributed Control Interface (DCI)-dataverbindingen worden gemaakt om gegevens te lezen of te schrijven. De ondersteunde gegevenstypen worden bepaald door de specifieke driver die op de FBM232 is geladen, die de gegevens converteert naar de onderstaande DCI-gegevenstypen:  Een analoge invoer- of uitvoerwaarde (geheel getal of IEEE single-precision floating point)  Een enkele digitale invoer- of uitvoerwaarde  Meerdere (gecomprimeerde) digitale invoer- of uitvoerwaarden (gecomprimeerd in groepen van maximaal 32 digitale punten per verbinding). Zo kan een Foxboro Evo-bedieningsstation toegang krijgen tot maximaal 2000 analoge I/O-waarden, of tot 64000 digitale I/O-waarden, of een combinatie van digitale en analoge waarden met behulp van de FBM232. De frequentie waarmee een controlestation toegang krijgt tot de FBM232-gegevens kan oplopen tot 500 ms. De prestaties zijn afhankelijk van het apparaattype en de data-indeling in het apparaat. De FBM232 verzamelt de benodigde gegevens van de apparaten, voert de benodigde conversies uit en slaat de geconverteerde gegevens vervolgens op in de database voor integratie in de Foxboro Evo-installatiebeheerfuncties en operatordisplays. Gegevens kunnen ook vanuit het Foxboro Evo-systeem naar de afzonderlijke apparaten worden geschreven. VELDBUSCOMMUNICATIE De veldbuscommunicatiemodule (FCM100Et of FCM100E) of de veldbesturingsprocessor (FCP270 of FCP280) communiceert met de redundante 2 Mbps veldbusmodule die door de FBM's wordt gebruikt. De FBM232 accepteert communicatie van beide paden van de redundante 2 Mbps veldbusmodule. Mocht een pad uitvallen of op systeemniveau worden omgeschakeld, dan zet de module de communicatie voort via het actieve pad.