producten

Busuitbreiding naar S100 I/O
Bij het installeren van een elektrische busuitbreiding kunt u gebruik maken van de volgende basisinformatie.
Hoe u een optische busuitbreiding installeert, wordt beschreven in de S100 I/O Hardware Reference Manual.
Montage
De verschillende onderdelen van de busuitbreiding worden grotendeels in de fabriek gemonteerd. Deze omvatten:
• Busmastermodule die is opgenomen in de PM511 in het controller-subrack
• Slavekaarten DSBC 174 of DSBC 176, gelegen in elk I/O-subrack (twee per I/O-subrack in
geval van S100 I/O-busuitbreidingsredundantie, alleen geldig voor DSBC 174)
• Lintkabels die subracks in een kast verbinden.
Het is de bedoeling dat je de doorverbinding maakt van de busuitbreiding tussen kasten.
Kasten moeten in een bepaalde volgorde naast elkaar worden geplaatst. Lintkabels met aangepaste lengtes worden bij levering meegeleverd. De kabels zijn gemarkeerd met een artikelaanduiding op de connectoren.

Gebruik deze kabels!
Het is belangrijk om de maximale buslengte van 12 m niet te overschrijden, dat wil zeggen dat de totale lengte van de gebruikte kabels niet groter mag zijn dan 12 m.
Controleer of een plug-in afsluiteenheid DSTC 176 zich alleen op de laatste bus-extender-slavekaart in de keten bevindt. Zie Figuur 2-20.
Elektrische installatie
Maak gebruik van de meegeleverde lintkabels om de bus tussen de kasten met elkaar te verbinden. Zo'n kabel wordt aan één uiteinde aangesloten en tijdelijk opgewikkeld en aan de muurzijde opgehangen.
Figuur 2-20 toont een voorbeeld van een niet-redundante installatie. De eigenlijke lintkabels worden geïllustreerd met een dikke lijn.