producten

Een Advant Controller 110 starten met een CI626/CI627

Wanneer het netwerk geïnstalleerd is, kan de Advant Controller 110 gestart worden.

Eerste keer opstarten Wanneer een CI626/CI627-communicatie-interface voor de eerste keer wordt ingeschakeld, heeft deze een ongeldige configuratie in het niet-vluchtige geheugen. Het gevolg hiervan is dat de gehele configuratietabel wordt verwijderd (dat wil zeggen dat er nergens CDP's worden geconfigureerd wat deze communicatie-interface betreft). De foutindicatie op de CI626/CI627 brandt totdat de communicatie-interface CI626/CI627 opnieuw wordt opgestart. De foutindicatie heeft geen gevolgen voor de werking van de communicatie-interface. Dit is slechts een normale opstarttoestand en kan worden genegeerd.

Stationsadres selecteren Voordat de communicatie-interface CI626/CI627 in de backplane van de Advant Controller 110 wordt geplaatst, moet de gebruiker een stationadres (in het bereik 1 - 79) op de Advant Controller 110 selecteren.

Het stationadres wordt geselecteerd met de duimwielschakelaar linksonder op de backplane met het basisstation (raadpleeg de documentatie van de Advant Controller 110 voor meer informatie). Het stationadres heeft geen relatie met de volgorde van de stations langs de bus. Ze vertegenwoordigen slechts fysieke adressen die worden gebruikt om naar specifieke stations te verwijzen. Het stationsnummer van de Advant Controller 110 fungeert als het hardwareadres van de communicatie-interface op de Advant Fieldbus 100. Houd er rekening mee dat de communicatie-interface CI626/CI627 in het tweede slot in de backplane van de Advant Controller 110 moet worden geplaatst als deze de stationadres via het duimwiel.